Reacties op de kwartierstaat Cornelia de Groot

In ons verenigingsblad “De Stamboom” komen onderzoek resultaten van onze leden in de vorm van (deel)genealogieën, kwartierstaten en parentelen aan bod, waarop andere leden en archivarissen kunnen reageren. De reacties en aanvullingen zijn zeer waardevol, maar vragen – zeker wanneer het gaat om de periode van voor de Burgerlijke stand – veel ruimte. Zoveel ruimte, dat de uitwerking over vele kwartaalbladen/ jaren gaat lopen.

Om die reden plaatsen we de reacties op deze site, waarmee we ruimte in ons blad winnen.

Voor wat betreft het vervolg op de kwartierstaat Cornelia de Groot, geplaatst in De Stamboom jaargang 25 no. 4 blz. 32,  december 2023 kregen we onderstaande aanvullingen en correcties:

Van de heer T. Verschoor:

4300 Arien Teunisse den BESTEN overl. na 9 dec 1671

Weeskamer Brandwijk: Gerrit~Lauwen , won op Gijbeland en Adriaen~Teunisz den Besten won. op Noordeloos als oomen en voogden van de

naergelaeten weeskinderen van Brant~Gerritsz en Berber~Teunisz, rek en bewijs.

(Dezelfde tekst ook op 5 april 1669)

4301 Merrichje ? Geen bron voor gevonden

4302 Cornelis Teunisz VERLECK, , overl. voor 1700 (dan niet meer op de lidmatenlijst

Noordeloos)

4303 Grietje Teunis lidmaat 1700, volgens deze lijst overl. 18-2-1705

Zie Weesk. Noordeloos 9-7-1725, bij kwartier 2151: …..allen kinderen en erfgenamen van

Cornelis Teunisz Verleck (x) Grietje Teunis Verleck beide zalgr.

4306 Cornelis Maertens, verl. Voor 24-06-1653, huwde 23-06-1630

4307 Neeltje Cornelis

Ora Lakerveld 31-7-1642:

Cornelis Meertensz wonende Gouwdriaan als oom en rechte bloetvoocht van moeders zijde van 3 onmondige kinderen van van zaliger Jan Jansz Barte bij Neeltgen Meertensdr transporteert aan Baart Jansz mede oom van de vs. kinderen een huijsinge op 8 mergen land

Verklaring te Gorinchem (ora of ona, onbekend), 24-6-1653

Lijntge~Crijnendr , oud over 80 jaren X Dirck Mertensz za. won. te Hoornaar , Pleuntge~Pieters Brainck oud 67 jaren X Adriaen~Florisz won te Goudriaan , Neeltge Cornelisdr oud 50 jaren X Cornelis Mertensz za. ook won. te Goudriaan en Merten~Cornelis oud ca. 20 jaar ook won Goudriaan verklaren op verzoek van de kinderen van Dirk~Cornelis en van de kinderen van Neeltje~Gielisdr dat:………….

4308 Jan Philipsz de Ridder, huwde als jongeman van Meerkerk 1e Adriaentgen Lenarts

9-4-1619: Jan de Ridder Filipsz. bij dode van Filips Adriaansz., zijn vader (Leenregister)

Aktes uit Ora Meerkerk:

8-11-1611: Gheerit Jacobsen gemenelands timmerman stelt zich borg voor ene Jan Phlipsen van Meerkerk gearresteerde van s’Herenwege zoon van Phlip Ariaensen timmerman mede won. te Meerkerk

voor al het geen Adriaen van Nes drossaart en baljuw op de gearresteerde pretenderende heeft.

4-9-1623: Grietjen Jans gewezene wde van Philips Adriaens mitsgaders moeder van Philips Philipsz, eiser contra Jan Philipsz broer en bloedvoogd v/h voorn weeskind, gedaagde.

11-3-1625: Jan Philipsz de Ridder, eiser contra Adriana Christiaensd wde en boedel houdster van

Adriaen Philipsz als een mede-erfgename van zijn vader en overgenomen hebbende de helft v/d

lasten van zijn nagelaten boedel, gedaagde.

9-2-1626: Jan Philipsz de Ridder, eiser contra Adriaentge Christiaensd wde van Adriaen Philipsz,

gedaagde.

Gedaagde wordt veroordeeld bij verstek.

4309 Anneke Segers, afkomstig uit Noordeloos

4310 Lenert Willemsz van Meteren, overl. voor 22-5-1663, huwde als jongeman van Everdingen in

1626

4311 Catharina Pietersdr, jongedochter van Everdingen, overl. na 22-5-1663

Aktes uit Ora Everdingen:

21-8-1618: Peter Hubertsz (ziek) herroept al zijn (mogelijke) eerdere testamenten. Erfgenamen zijn

nu:

1. zijn zoon Jan Petersz verwekt bij zijn 1e huisvrouw Lijsken Gerritsd en Willem, Lijsken,

Catrij[n]ken, Metken en Hendricksken Peterskinderen verwekt bij zijn tegenwoordige huisvrouw

Neelken Willemsd, elk vooruit 150 gl en dat voor zijn andere kinderen ter deling komen.

2. Zijn totaal van 11 kinderen zullen v/d rest gelijkelijk erven.

30-11-1626: Willem Petersz won te Culemborg tr aan zijn zwager Lenert Willemsz en aan zijn

zuster Katrina Peters hun deel v/d 3e termijn v/d hofstede zoals Jouffr Cornelia Meerhouts van hun

comparanten en andere zusters en zwager gekocht heeft.

25-8-1661: Lenart Willemsen en Catrina Pieters, echteluyden, won. Everdingen, testeren, hebben

kinderen.

22-5-1663: …..enerzijds de poldersteeg en anderzijds de wde van Lenart Willemsen.

4408 Gerrit Jansz Kersberch, overl voor 28-9-1643

4409 Hillegen~Baltis, overl na 28-9-1643

Ora Lexmond 28-9-1643:

Jan~Gerritsz en Aert~Gerritsz gebroeders ter eenre en Aelbert~Jansz, Cornelis~Leendertsz mitsgaders Huijbert~Dircxsz en Cornelis~Thonisz Huijsman als mans en voogden van haerluijden hvr. en Fasgen~Gerritsdr wede van Lambert~Jansz geass. met Lambert~Henricxs haer gecoren voogt en Abraham~Adriaensz als bestevader en voogt van het onm. kind van Leendert~Abrahams geproc. bij Jannegen~Gerritsdr alle tesamen kinderen en erfgen. van Gerrit~Jansz Kersberch zalgr. hare vader en bestevader resp. ter ander zijde.

ter eenre doen uijtcoop van alle de mobile en roerende goederen, goederen daerinne de voors

Aelbert Jansz cs. voor hare vaders erffenisse zijn bestorven.

Jan en Aert Gerritsz moeten daervoor f 1250,- aen hun swagers uitkeren “houdende mitsdese oock

voor alsnoch gemeen en onverdeelt alle de landerije en huijsinge,

in welcke huijsinge de voors comparante consenteren dat Hillegen Baltis haer moeder haer leven

lanck sal bewonen.

Compareerde mede Hillegen~Baltis, wede van voorn. Gerrit Jansz Kersberch met handen van

Hermen~Egbertsz Bijl haer gecoren voogt dat bij in haer na te laten goederen de voorschr hare

gesamelijke

kinderen d’een nijt meer als d’ander sal laten succederen.

4666 Theunis Ariens Broer, overl. voor 28-11-1669, huwde als jongeman van Goudriaan in 1632:

4667 Barberken Cornelis, jongedr. van Ammers-Graafland

Weesk. Goudriaan 26-12-1618:

Cornelis Ariens Broer, Pieter Cornelisz. Broer als voocht en Adriaen Maurits ter eenre,

Adriaen Dircks Boel, Henrick- en Gerrit Ariens Boel ter andere syde met consent van Jan Jorisz.

schout als oppervoogd verticht van Lysken Ariens Boelsdochter van alsulcke goederen als Arien Cornelis

Broers haren overleden man achtergelaeten heeft aen syn naergelaeten weeskynderen met name:

Arien Ariens, Tonis Ariens, Jacobken Ariens.

Zij zullen hebben in de hofstede waar hun moeder woont op de noordzijde van Goudriaan 1/4e part

wesende 2 morgen 4 hond, naestgelant Wouter Jacobsz. en beneden Hillitge Pieters,

strekkende van de halve Goudriaan af tot de landscheiding toe.

Ora Goudriaan 28-11-1669:

Willem~Adriaens Brouwer x Neeltje~Leenderts zalgr. dochter van Leendert~Maurits ende

Lijsken~Adriaen Boel, zij laat 5 kind na.

Pieter~Floris te Noordeloos x Ariaentgen~Leenderts zalgr. mede een dochter van Leendert Maurits

ende Lijsken Adriaen Boel, zij laat 4 kind na.

Adriaen~Adriaen Broeder soone van Adriaen~Cornelis Broeder ende Lijsken Adriaens Boel

mitsgaders de kinderen en kintskinderen van Tonis~Adriaens Broeder zalgr. die mede een zoon was,

alle als erfgenamen, verscheidene percelen grond alhier

Adriaen Adriaens Broeder won. zuidzijde van Goudriaan

(Broeder ook Broeren)

4668 Pouwels Jansz Sterrenburgh, overl. na 18-4-1654

4669 Neeltgen Adriaens Verhoeff overl id.

Ora Meerkerk 18-4-1654

Reyer en Adriaen Verhoeff voor hun zelf en caverende voor Neeltgen Adriaens Verhoeff X Pouwels

Jansz Sterrenburgh won te Groot Ammers, testamentaire erfgenamen van hun broer Peter Adriaensz

Verhoeff, tr aan Willem Anthonis Capte (= capitein?) won te Ameide, een huis, berg en schuur

mitsgaders 4m waarop een gedeelte van huis en schuur, op 12-Hoeven, nw Jan Adriaensz Verhoeff

en zw voorn Willem Anthonisz nevens zijn zwager Cornelis Jacobsz Verweij, strekk v/d Broekse

dijk t/d 12-Hoevense wetering.

4732 Cornelis Leendertsz STOLCKENAAR , overl tussen 29 apr 1632 en 7 dec 1634,

huwde 1e Sara Dirck Pijnsendr, huwde 2e Hoornaar 28-10-1607 ( zij overl. 10-1-1609 Hoornaar)

huwde 3e

4733 Dirckje GHIJSBERTSD , overl. na 8-3-1638 (dan nog doopgetuige)

Ora Meerkerk 16-3-1611

Jan Jansz. Quackernaack transporteert aan Bastiaan Gijsbertsz., Sijmon Gijsbertsz., Gijsbert

Gijsbertsz., broers,

en Cornelis Leenderts als man van Dirkje Gijsberts, hun zwager

de eigendom van 1/3 van een hont hem aanbesterven van zijn oom Claes Jansz., gemeen met het lot

in 13 hont,

dat Sijmon Gijsberts ten deel was gevallen

Ora Gorinchem 19-3-1612

Cornelis~Lenaertsz als vader en voogd van zijn onmondige zoon Dionijs~Cornelis

verwekt bij Geertruijdt~Dionijs van Muijlwijck, geass. met Adriaen~Dionijsz van Muijlwijck haar

broer

als oom en bloedvoogd van’t voorn kindter eenre………

4734 Jan Jans Marcus

Ora Tienhoven 21-6-1659

Leendert~Cornelis Stolkenaer wedr. van Lijsbeth~Jans, voogd van zijn onmondige kinderen,

transport aan Jan~Jans_Marcus zijn hvr. Vader

4774 Claes Huybertsz (geen direct bewijs, afgeleid uit diverse vermeldingen van doopgetuigen)

Van de mevrouw Z. Erkels – Aanen:

Gelijk maar even een reactie. Kijk maar wat je ermee doet.

4294 [786300] Thonis Adriaens Alblas: tr. voor 11-12-1639 met (4295) Annigje Ninghen:

RA Langerak, no. 21, f. 67, d.d. 11-12-1639: Compareerde Wouter Adriaens Cruijck, wonende te Willige Langerak man van Willemtgen Willems, transporteert aan Thonis Adriaen Alblas 4 hont ende aen Grietgen ende Adriaentgen Ninghens elcks 1 hont is te samen 1 mergen, gelegen in een weer van 4½ mergen en 4½ hont beneden de Wael vanuit de Leck tegenaan Goudriaen, oostwaerts Cornelis Janse Stout en westwaerts Claes Jansse c.s.

4295 [786301]r Annigje Ninghen: testeert 1678:

Testament – lyftocht langstlevende

Aktenummer: 236

Datum: 14-06-1678

Soort akte: Testament

Samenvatting: lyftocht langstlevende

Notaris: H. VAN WERCKHOVEN

Aktedatum: 14-06-1678

Personen:

Testateur: Pieter Jansz

Echtgenoot: x Jacobje Cornelis Stout

Woonplaats: Langeraeck over Lek

Bijzonderheden: met benoeming van langstlevende tot voogd

Toegangsnummer: 34-4 Notarissen in de stad Utrecht 1560-1905

Inventarisnummer: U061a001

Verder nog bij haar: acte RA Langerak, f. 199, d.d. 22-06-1666 = RA Langerak, no. 26, f. 119, d.d. 22-06-1666.

Acte RA Langerak d.d. 28-03-1716 = RA Langerak, no. 27, d.d. 28-03-1716

4304 [559901] Jacob Bastiaensz. Boonstoppel, geb. voor 1610, overl. tussen 19-01-1659 en 1665, wonende te Zuid-Polsbroek, schoutman, schepen, burgemeester aldaar.

Jacob Bastiaensz. wordt op 19-01-1659 genoemd bij de doop van Jacob, zoon van Bastiaen Jacobsen Buul alias Boonstoppel: “om de innudatie en inbraeck van de Merwede tot sijn vader Jacob Bastiaens gevlucht zijnde met zijn vrouw”.

4305: [559902] Aeltje Willemsdr.

4408 [530516] Gerrit Jansz. Kersberch

ORA Lexmond, inv.nr. 2, f. 45v., d.d. 27-05-1608: Peter Aeriensz. Herdebol droech op aen Gerrit Jansz., wonende op Achthoven, zeeckere 3½ morgen lants, gelegen onder deese gerechte op Achtoeven, weesende aen twee kampen, streckende in de lencte van den voersten weteringhe off totte vuylweteringhe toe, daerenboven Aert Goessensz. en beneden Jan Driege, elcx deser tyt naest gelant leggen.

ORA Lexmond, inv.nr. 2, f. 46, d.d. 27-05-1608: Gerrit Jansz. bekende schuldich te weesen aen Peter Aeriensz. Herdebol die somme van 350 kar. gl. ter cause en vuyt saecke van de coep van 3½ morgen lants op huyden opgedraeghen.

In de marge: d.d. 27-05-1608 bekende Peter Aeriensz. ontfangen te hebben vuijt handen van Gerrit Jansz. die somme van 175 gl., weesende den eersten termijn van deese schultbrief. En op 20-11-1610 bekende Peter Ariensz. van deesen schultbrief ten volsten betaelt te weesen vuyt handen van Gerrit Jansz.

ORA Lexmond, inv. nr. 3, f. 84, d.d.29-01-1623: Henrick Jansz. van Keeckum ter eenre ende Cors Gerritsz., ruyter onder die compaingie van syn Gen. van Brederode bekenden int bywesen van Gerrit Corsz. en Gerrit Jansz. Kersberch met malcanderen van alle lopende schulden en verschoote penn. mitsg. betalinge van de huijr van de landen, die zij respective van Nelleken Jans in huyre gehadt hebben en betalen by beyde opgedaen tegens den anderen vereffent is bevonden, dat Cors Gerritsz. suyvers aen Hendrick Jans. Verbert schuldich te wesen mette coop van een peert by Cors voorsz. van Henrick Jansz. gecoft de somme van 126 gl., welck peert alsdan gereeckent is op 57 gl.

RA Lexmond & Achthoven, no. 3, f. 151, d.d. 10-01-1626: compareerde Gerrit Jansz. Kersberch, constitueerende, hem borge voor Gerrit Willemsz. voor sekere koij die deze gekocht heeft.

RA Lexmond & Achthoven, no. 5, f. 33v., d.d. 08-11-1631: transporteerde Jan Meertensz. aen Gerrit Jansz. Kersberch 1 mergen lants op Achthoven gemeen in een weer van 4 mergen genaamt “Splinterslant”.

RA Lexmond & Achthoven, no. 5, d.d. 07-06-1633: transport door Fasgen Gerritsdr., weduwe van Lambert Jansz., geassisteert met Gerrit Jansz. Kersberch, haer vader.

RA Lexmond, inv. nr. 5, f. 99v., d.d. 30-05-1634: (procur. copie) Alsoe men schuldich is der waerheyt getuygenisse te geven, besonder des versocht sijnde, soe attesteren twee erffpachters des kerspels Bemmel in den ampte Overbetuwe, hoe dat Henrick Lucasz., als man en mombaer van sijn huijsfr. Neeltgen Gijsberts, onsen nabuer, voor ons gecomen is en bekent heeft, dat hij volmacht gegeven hadde Tonis Cornelisz., sijnen oom ofte stieffvader, opdracht te doen vant lant te manen, te eijsschen, te heffen, tebeuren ’t gelt, soe Henrick Lucasz., vanwegen sijn huijsfrouwe Neeltgen Gijsberts tot Lexmont op Achtoven noch is comende, hercomende tselve belt van vercoft lant, groot sijnde 10 morgen, leggende tusschen Egbert Bijl en Gerrit Hansen (= Gerrits Jansz. Kersbergen), binnendijcs, item buijtendijcx 3 morgen, leggende aen beijden sijden nevens Egbert Bijl, t’ontfangen en van ’t gene dat Tonis CDornelisz. als oom ofte stieffvader en volmachtiger daeraff beuren wert, quitantie te geven en voorts ’t gene te doen als off Henrick Lucasz. selffs tegenwoordich ware, en sal sodanige ontfanck strecken tot bij Henrick Lucasz. tot goeder betaelinghe.

RA Lexmond & Achthoven, no. 5, f. 162, d.d. 10-11-1637: Gerrit Jansz. Kerberch momber en voogt van moederszijde over de kinderen van Hendrick Jansz. van Keeckum en Gerrichjen Huybertsdr.

RA Lexmond, inv. nr. 52, d.d. 01-07-1640: Walraven Michielsz., out borgemr. der stede Vianen, heeft uijt crachte van autorisatie bij sijn Gen(ade) van Brederode, vrijheer van Vianen etc., op hem verleent in date 14-03-1631, getransporteert aen Gerrit Jansz. Kersberch, seeckere gerechte helfte van 10 morgen lants leggende op Achtoven, gemeen met gelijcke 5 morgen vicarije goet, daer tegenwoordich possesseur aff is Henrick Boterpot, predicant tot Noordeloos, daer oostwaerts Cornelis Jan Berntsz. ende westwaerts Moerkerckens lant toebehorende tot Amsterdam naest gelent en gelegen sijn.

RA Lexmond & Achthoven, no. 6, d.d. 28-09-1643: Compareerde Jan Gerritsz. en Aert Gerritsz., gebroeders, ter eenre, ende Aelbert Jansz., Cornelis Leendertsz. mitgaders Huijbert Dircxsz. en Cornelis Thonis Huijsman, als mans en voogden van haerluyden huijsvrouwen en Fasgen Gerritsdr., weduwe van Lambert Jansz., geassisteert met Lambert Henricxs haer gecoren voogt en Abraham Adriaensz., als bestevader en voogt van het onmondige kind van Leendert Abrahams geprocureert bij Jannegen Gerritsdr., alle tesamen kinderen en erfgenamen van Gerrit Jansz. Kersberch zaliger, hare vader en bestevader resp. ter andere  zijde. Ter eenre doen uijtcoop van alle de mobile en roerende goederen, goederen daerinne de voors. Aelbeert Jansz. c.s. voor hare vaders erffenisse zijn bestorven. Jan en Aert Gerritsz. moeten daarvoor f. 1250,- aan hun swagers uitkeren, houdende mits dese oock voor alsnoch gemeen en onverdeelt alle de landerije en huysinge, in welcke huijsinge de voors. comparante consenteren dat Hillegen Baltis haer moeder haer leven lanck sal bewonen. Compareerde mede Hillegen Baltis, weduwe van voorn. Gerrit Jansz. Kersberch met handen van Hermen Egbertsz. Bijl haer gecoren voogt dat bij in haer na te laten goederen de voorschreven hare gesamelijke kinderen d’een nijt meer als d’ander sal laten succederen. Niettemin zal Hillegen tijdens haar leven haar goederen mogen verhuren, verkopen en administreren zo haar goed dunkt.

Nationaal Archief Den Haag, ORA Lexmond, inv. nr. 6, f. 73, d.d. 10-03-1644 (zie ook volgende acte!): Hillegen Jans, weduwe van Gerrit Jansz. Kersberch, geassisteerd met Baltus Lauwrensz., haar zwager en gekozen voogd, ter eenre en Jan en Aert Gerritsz., gebroeders, en Aelbert Jansz., Cornelis Leendertsz., Huijbert Dircxz. en Cornelis Tonisz. Huijsman, als mannen en voogden van hun vrouwen, en Fasgen Gerritsdr., weduwe van Lambert Jansz., geassisteerd met Lambert Hendricxz., haar neef en gekozen voogd, en Abraham Adriaensz. als bestevader en alzo voogd van het onmondig kind van Leendert Abrahamsz. verwekt bij Jannegen Gerrits zaliger, tezamen kinderen en erfgenamen van voorsz. Gerrit Jansz. Kersberch, haar vader en bestevader respectievelijk, ter andere zijde, met alekaar aangegaan een vriendelijke loting en scheiding van de landerijen, hen door overlijden van hun vader aanbestorven, in dier voege dat Hillegen Baltus, haar moeder, voor haar lot hebben zal zekere 5 morgen land, gelegen beneden op Achthoven, gekocht van de pastorie te Vianen, volgens de brieven daarvan zijnde, item 3½morgen mede op Achthoven aan de kade gelegen, waarvan de ene kamp is toegemaakt en daartoe nog 3½ m orgen op Achthoven achter de hofstede van Henrick Huijbertsz. tussen beide de weteringen, hen wel bekend, waartegen voorsz. Jan Gerritsz. cum suis voor hun vaders erfenis zullen hebben zekere 5 morgen land, gelegen op Achthoven, genaamd ‘Splinters land’, met 3 morgen uiteraard, gelegen buitendijks recht tegenover de voorsz. 5 morgen.

RA Lexmond & Achthoven, no. 6, d.d. 10-03-1644: Compareerden de kinderen en erfgenamen van Gerrit Jansz. Kersberch een blinde lotinge en scheydinge aan van sekere 8 mergen lants gelegen op Achthoven, genaamt “Splinterslant”, sulcx deselven op huyden voor haer vaders goet tegens hare moeder ten deel gevallen sijn in dier voege dat de voors. Jan Gerritsz. met haer vieren (= Jan, Aert, Fasgen en ’t kind van Jannegen) voor d’enen helft sal hebben eenen acker vuyterweerts gelegen beneden aan de westzijde, mitsgaders een acker binnendijcks met de helft van de boomgaert mede gelegen aan de westzijde en daertoe noch een campge gelegen aen Kae en een campgen téynden het hoochlant in ’t  selve weer, waertegens de voorn. Aelbert Jansz. onder haere vieren ten deel gevallen sijn: een acker vuyterweerts ten ooste gelegen aen voors. acker mitsgaders een acker en de helft van de bongert gelegen binnendycx aen de oostzijde van voorschreven acker en daertoe noch 2 campgens gelegen tusschen beyde de voors. campgens in ’t selve weer.

Nationaal Archief te Den Haag, ORA Lexmond, inv. nr. 6, f. 88v., d.d. 09-11-1644: Jan en Aer Gerritsz., gebroeders, ter eenre en Aelbert Jansz., Cornelis Leendertsz., mitsgaders Huybert Dircxz. en Cornelis Thonisz. Huijsman, als mans en voochden van haerluijden huijsvrouwen en Fasgen Gerritsdr., weduwe van Lambert Jansz., geassisteert met Lambert Henricxz., haer gecoren voocht, en Abraham Adriaensz. als bestevader en alsulcx voocht van het onmundich kijnt van Leendert Abramsz., geprocreert bij Jannegen Gerritsdr., alle tesamen kijnderen en erfgenamen van Gerrit Jansz. Kersberch zaliger haer vader en bestevader resp., ter andere sijde, verclaerden sijlieden comparanten metten anderen op huijden date deses oversloegen te hebben alle de schulden en lasten des boedels van voorsz. hare vader en daerinne sij comparanten voor d’een heelft en hare moeder als boedelhouster voor de andere helft verobligeert en gehouden waren te betaelen sulcx dat de voorsz. Jan en Aert Gerritsz. in voldoeninge van de vuyutcoopspenningen van de roerende goederen bij contracte voor schout en schepenen van Lexmont gepasseert in date 28-09-1643 aen haerl. voorsz. andere swagers, suster en onmundigen belooft, eensdeels met quitantie betaelt te hebben en anderdeels noch onbetaelt te sijn de somme van 1250 gulden voor haerlieden vaders schult en mitdien sijl. den voorsz. Jan en Aert Gerritsz. van deselve vuijtcoopspenn. volcomentlijck geheel en al quiterende, mits dat deselve wederom beloven hare swagers voorn. te indemneren en dienvolgende te lasten mitsg. voorts te voldoen alle de schulden, daerinne sijl. samentl. als erfgen. haers vaders gehouden soude mogen sijn en op huijden deses alles diens aengaende d’een tegens d’ander geliquideert.

4664 Jan Jansz. Covel

ORA Goudriaan, inv. nr. 2, d.d. 27-05-1644: Jacob Cornelisz., Japien Corn., Neeltien Corn. en de voogd van het weeskind van Joost Corn., transporteeren 3 h. 90 r. land gelegen aan de noordzijde in de hofstede van Arien Woutersz. (in het gheel groot 8m. 3h), ‘streckende van de halve Goudriaen noortwaerts tot de lantscheydinge met Langerak’ aan Jan Jansz. Covel te Goudriaan (het stuk land wordt aan de oost- en westzijde begrensd door land van Leendert Mourisz.

ORA Langerak, inv. nr. 20, d.d. 23-05-1645: (gedeeltelijke transcriptie): Compareerden Claes Jacobsz. voor hemselven, Jan Jansz. Cogel als man ende voocht van Jannitgen Cornelis, Jan Woutersz. Cogels als last en procuratie hebbende van Hendrick Aerts als man ende voocht van Claertgen Claes en Roelof Bauwens als man en voocht van Lijsge Wouters van dato den 11-11-1644 en d’ander van 18-05-1645, ons schout en schepenen tsamenliken en elcx sonderlinge vertoont ende sij comp. in vs. qualite hebben wettel. getransporteert, gecedeert en overgegeven, transporteren, cederen en droechen op en gaven wettel. over mits desen met hant, halm en mondt en met sulcke recht alst behoorde ten behoeff en in handen van Cornelis Melchiorsz. en Adriaentgen Jacobs echteluyden de vrijen eygendom van eene morgen halff hont en 22 r. lants ofte daeromtrent sijnde zulcx ’t geene de voorn. comp. gerechticht sijn in een halff weer van 5m. 3h. sijnde ’t heel weer groot 11 m., genaampt ’t Molenweer in deze voors. heerlicheyt van Langeraeck in de wsterse gesplitste 5 m. 3h. aldaer, streckende ’t selve heele weer van voor van de molenwurff suytwaerts op tot halver ouder lantscheydinge van Goudriaen toe, daer boven het gasthuys van Schoonhoven c.s. en ten westen Jan Willemsz. en Symon Jansz. de Best, Hendrick ter Beek c.s. naest gelegen en gelant sijn etc.

ORA Goudriaan, inv. nr. 23, d.d. 12-12-1651: Jan Jansz. Covel en Claes Jacobsz. beiden wonende te Goudriaan spannen een rechtszaak aan tegen Cornelis Melsz. onder Langerak inzake achterstallige huur van land.

ORA Goudriaan, inv. nr. 2, d.d. 17-05-1653: Wijn Henrick de Coninck Bailliu ende schout, Seger Gerritsz. ende Corn. Pietersz. Broer, schepenen der vrije heerlickheyt Goudriaen oerconden ende kennen mits desen brief besegelt met onse segelen dat op huyden voer ons gecompareert ende erscheenen syn Jan Jansz. Covel den ouden als bloetvoocht vande nagelaeten weeskinderen van Jan Jansz. Coven jongen sa. ende Jannichgen Corn. de wed. van voorn. Covel den Jongen sa., geassisteert met Claes Jacobsz. Covel haeren gecooren voochtshand in desen ende hebben sy somp.ten getransporteert opgedraegen ende overgegeven soo sy doen miets desen aen en ten behoeve van Thomas Corn. de Redelicheyt den eijgendom ende proprieteyt van eenen mergen lants gelegen op een camp van acht hont lants ofte soo groot ende cleyn desselven acht hont lants gecalvelt gelegen seyn op de Noortsyde van Goudriaen in een hofstede groot negendhalve mergen lants steckende des acht hont lants van halven achterdycksloot aff zuytwaerts aen totten halven sloot van de camp toebehoorende aen Claes Jacbosz. Covel toe daer boven, Thonis Corn. voornt. ende beneden Leenard Maurits naest gelant en gelegen syn enz.  De gehele hofstede is bezwaard met een hypotheek groot 400 schilden.

ORA Goudriaan, inv. nr. 3, d.d. 25-07-1665: Lijntje Dircxdr, weduwe van Claes Jacobsz. Covel, geassisteerd met Cornelis Pietersz. Broer, schepen alhier, (doorgehaald is: geassisteert met Jacob Claesz. haren soone) en Jan Woutersz. Covel als voogd van Jacob Claesz., ‘naegelaten weeskint van Claes Jacobsz. Covel voornt’, transporteren 8h. 43 r., 9 v. land aan de noordzijde van Goudriaan in een weer groot 4m. 1½ h. aan Jannichje Cornelis weduwe van Jan Jansz. Covel de jonge saliger.

ORA Goudriaan, inv. nr. 3, d.d. 18-04-1666: Jannichje Cornelis, weduwe en boedelhoudster van Jan Jansz. Covel de jonge en haar kinderen Thonis, Joost, Wouter, Floris en annichgen. Zij dragen land over aan Daem Leenderts Smith. Dit land is ‘het gerechte vijfde part’ in enen mergen landts syn (de) cavelinge ende leggende onverdeelt op de noortsyde in Goudriaen naest de agterste molen oft soo groot ende cldyn de voors. weduwe en kynderen daerinne gerechtigt syn, streckende van achterste molen af noortwaerts aen totten eersten halven dwarsloot toe daer boven ten halven sloot den heer van Goudriaen ende beneden den gemeenen lantssloot.

ORA Goudriaan, inv. nr. 3, d.d. 19-06-1667: Jannichje Cornelis, weduwe van Jan Jansz. Covel de jonge, en haar kinderen Thonis, Joost, Wouter, Floris en Annichje, bekennen schuld aan de diaconie armen van Goudriaan: fl. 200,-. Onderpand: land, groot 2m. 4h. 69 r. in een hoeff van 8m. 2h. aan de landscheiding met Langerak.

ORA Goudriaan, inv. nr. 15, d.d. 02-06-1676: Joost en Floor Jansz. Covel aan de ene zijde en Tonis Jansz. Covel en Anneke Jans Covel aan de andere zijde sluiten een accoord inzake goederen uit de nalatenschap van hun vader, die tot dan toe onverdeeld waren gebleven. Tonis en Anneke zullen alle schulden voor hun rekening nemen met uitzondering echter van een hypotheek, alsmede de schulden, die door hun inmiddels overleden broer Wouter Jansz. waren gemaakt. In ruil daarvoor krijgen zij alle koeien. Overigens zullen zij hun moeder Janneken Cornelis tot haar dood toe verzorgen. Mochten Tonis en Anneke in het huwelijk treden voor het overlijden van hun moeder, dan krijgt moeder de helft van het aantal koeien. Joost en Floris ontvangen hun rechtmatig aandeel in het land van hun grootvader zaliger. Boerengereedschap en huisraad blijven in gemeenschappelijk bezit. Joost Jansz. Covel tekent met een merk.

4680 Adriaen Claesz. Maet, geb. ca. 1570, overl. voor 16-05-1644, bouwman, wonende te Langerak, schepen aldaar (1615, 1616), tr. 1^e  ca. 1599 met Ariaantjen Jacobs (geb. ca. 1575 te Lopik, overl. voor 20-08-1619 te langerak) en tr. 2^e (kort voor 18-10-1619) met

4681Meijntge Bastiaensdr., overl. voor 16-05-1644, zij tr. 2^e met Gerrit Bastiaensz.?

RA Langerak, no. 25, f. 58, d.d. 21-02-1615: Adriaen Claesse Maeth wonende te Langerak verklaart dat hij aen Peeter Cornelisse Vinck in mindering vande cooppenningen van seecker 6 mergen 1½ hont een seckere 4 hont gelegen in een weertgen van 4 mergen in ’t Wael in de Jaersvelt van de Leck tegenaan Lopick, dat komt van de oude Adriaen Cornelis, zijn oom.

RA Langerak, no. 20, f. 81, d.d. 22-02-1615: Pieter Cornelisz. Vinck, wonende te Lopik, transporteert aen Adriaen Claes Maet, wonende te Langerak, 6 mergen 1½ hont, is de helft van een weer tot en met Goudriaen, belend oostwaerts Claes Jan Looijen erfgenamen en westwaerts de heer van Langerak, de andere helft komt al aan Adriaen Claesz. Maet toe.

Weeskamerarchief Langerak, no. 2, f. 15, d.d. 1618/1619: Adriaen Claes Maet, weduwnaar van Adriaentge Jacobs, Cornelis Jacobs, oom en voogd van de weeskinderen, Aert de oudste onder 19 jaar, Geertge, Adriaen en Jacobgen. Deze acte is ondertekend door Adriaen Bastiaense Alblas, schepen.

RA Langerak, no. 28, d.d. 18-10-1619: Adriaen Claes Maet en Meijntge Bastiaens testeren op de langstlevende.

RA Langerak, no. 21, f. 105, d.d. 16-05-1644: compareert Cornelis Ariensz. Vinck, Herman Bastiaens, man en voogd van Geertgen Adriaens, transporteren aen Claes Adriaensz. Maet hun broeder, komende van hun zalgr. ouders 4 mergen ende half quart in een weer van 12 1/2 mergen beneden de Wael, daer boven Backershouck ende beneden de heer van Langerak.

RA Langerak, no. 21, f. 106, d.d. 16-05-1644: Compareerde Claes Adriaens Maet transporteert aan Adriaen Adriaensz. Maet zijn broeder, land gelegen in een hofstede van 12½ mergen in hetzelfde weer als voorgaande.

RA Langerak d.d. 29.05.1646: Arien Adriaensz. Maet transporteert aen Jan Bastiaensz. de Heer 9 mergen 4 hont 33 roe en 8 voet, is eerder gecogt van Claes Adriaens Maet, oostwaerts Backershouck en westwaerts Mijnsherenland.

4682 Wouter Leendertsz., overl. tussen 20-08-1644 en 25-08-1653, wonende te Langerak.

4683 Belitgen Henriks (Uijl)

SAD, Weeskamerarchief Langerak, nr. 2, f. 9, d.d. 10-06-1616: Op huijden zijn vergaderd geweest Wouter Lenaarts ter eenre ende Jan Aerts, wonende te Streefkerk in plaats van Cornelis Henrichs Uul (mits sijn innocentie), als rechte bloedvoogd van de weeskinderen van Belitge Henricks verwekt door Wouter Lenaerts ter andere zijde. En verklaarden de beide comparanten dat zij met elkaar in aanwezigheid van Cornelis Henricx Uul nu ongeveer vier jaren geleden in presentie van Jan Willems de Best ende Pieter Pieters die toen schepenen dezer heerlijkheid waren, vertichting en accoord gemaakt te hebben betreffende het moederlijk erfdeel van de weeskinderen. Door het overlijden van de schout en door slordigheid van hem Wouter Lenaerts is dit akkoord niet geregistreerd. Ten eerste, Wouter Lenaerts zal blijven in het bezit van alle roerende goederen, mitsgaders tot zijn profijt hebben alle inkomende schulden, die hij nog moet innen. Hij neemt daar tegen alle uitgaande lopende schulden tot zijn last. Hij zal mede hebben het gebruik van het land dat de kinderen bezitten en de onroerende goederen totdat zij mondig zijn. En hiertegen heeft Wouter Lenaerts beloofd zijn vier weeskinderen met namen: Cornelis Wouters nu oud circa 19, Marichgen Wouters oud circa 17, Dirrickgen Wouters oud circa 14 en Anna Wouters oud circa acht jaren, te onderhouden totdat zij mondig zijn en naar school te laten gaan. Daarop zal hij elk kind uitreiken 100 gulden en zal elk kind zijn deel hebben van het land en het onroerend goed. dat Wouter Lenaerts en zijn overleden huisvrouw samen bezeten hebben en dat ruim elf morgen groot is.en waarvan een deel komt van de vader van Belitgen Henricx, Henrick Dirricx Mors. Mits dat ook elk kind zijn of haar deel betaalt van de last die rust op de landerijen. Ook zullen de kinderen gemeen hebben alle kleding en kleijnodien van goud of zilver, die aan hun moeder behoord hebben. ‘Item is mede geconditioneerd dat deselve Wouter Lenaerts de kinderen tharenmundige dage ofte ten houwwelick state commende, beneffens haer ordinaris cleeding sal doen maecken ende becosti­gen een goet eerlick sondaechs cleet’. Onder de bezittingen is een aenpaert van een huijsinge op de Wael, daer Henrick Dirricxsz Mors zalr., des voorsz. Belitgen Henricx vader in sijn leven in gewoont heeft.

RA Langerak, no. 20, f. 136, d.d. 12-12-1622: Willem Harmens, man ende voocht van Marritgen Leenderts, transporteert aen Thonis Lenaerts ende Wouter Lenaerts, broers, elck ¼ van 17½ mergen leggende in 2 weren naest elkaar vanuit de Lecke tot en met Noordeloos, belent oostwaerts Jacob Aerts ende westwaerts Meerten Pieters. Aengekomen van hun ouders, etc.

RA Langerak, no. 20, f. 136v., d.d. 12-12-1622: Jan Lenaertsz., wonende te Streefkerck, transporteert aen Thonis Lenaertsz. ende Wouter Lenaertsz., zijn broeders, ¼ part van zekere 2 weren lants, groot 17½ morgen.

RA Langerak, no.21, f. 10, d.d. 09-05-1630: Claes Adriaense en Cornelis Adriaense, elck voor haere huisvrouwen zich sterk makende voor Cornelis Wouters ende Annitge Wouters, weduwe, als kinderen en erfgenamen van Belitgen Hendricks zalgr., aen Jan Lenertse hare oom.

RA Langerak, no. 21,  f. 21, d.d. 27-05-1632: compareerde Wouter Lenaerts, transporteert aen Tonis Leendertse, sijne broeder, 1½  hont acter de Wael in een weer van 7m., belend oostwaerts Thonis Aerts erfgenamen, ende westwaerts Hendrick Dirricks Mors erfgenamen, strekkende van de Leck tot aan Goudriaan.

RA Langerak, no. 21, f. 22v., d.d. 27-05-1632: compareerde Wouter Lenaerts, transporteert aen Aelt Aerts ende Bastiaen Thonisse 1 hont achter de Wael in een weer van 7 mergen, belent westwaerts Frederick Pleunen van de Leck tot aan Goudriaan toe.

RA Langerak, no. 25, f. 169, d.d. 29-05-1641: Maerten Pieters en Wouter Lenarts, verklaren op verzoek van Bastiaen Thonis ende Bastiaen Bastiaens zaliger gewezen vader van Thonis Jans?

RA Langerak, no. 25, f. 209, ca. 1647?: compareerden Merten Pieters, Bastiaen Cornelis, Bastiaen Aerts, inwoonders van Langerak op verzoek van Wouter Leenderts, Jan Leendertsz. de weduwe met de kinderen van Thonis Leenderts zalgr., verzoeken enkele inwoonders van Langerak om te getuigen.

RA Langerak, no. 26, f. 34, d.d. 25-08-1653: Verloting. Op huijden de XXV augustus anno XVI drie en vijftich soo hebben ende bekennen  Neeltgen Peters, wonende te Langerak, weduwe van Thonis Leenerts ende Leenert ende Ariaens Thonisse, hare zonen met Jacob Ariense Oskamp hare swager (= schoonzoon) ter eenre ende Cornelis Wouters voor haer selve en als oom en bloetvoocht van 2 weeskinderen van Anneke Wouters bij Bastiaen Corsse, mitsgaders Claes Ariens Maet, man ende voocht van Dircken Wouters, Cornelis Adriaens Maet, man ende voocht van Marritgen Wouters ter andere ende inder qualiteijt elck voor haer selven ende Bastiaen Corss als vader ende van wegen sijne weeskinderen geprocureert bij Anna Wouters, met den anderen geloot ende gegrondcavelt te hebben met consent van Marten Pietersz., gesub. schout ten overstaen van deselven ende Bastiaen Thonis, Thonis Corss Smith, schepenen der vrijeheerlijkheit van Langerak. Alle alsulcke landerijen, betimmeringen ende betelingen, dien annecx als Wouter Leendertsz. haerluijden vader, schoonvader ende groot vader respective ende deselfs huijsvrou hebbende naegelaten, altesamen gelegen inder vrijheerlijkheid van langerak in deze nagenoemde weeren ende dit inder voegen ende oock onder de conditien hiernae volgende te weten de voorn. Cornelis Wouters, Claes ende Cornelis Adriaens Maet: land in oosterseweer 7 morgen 3 hond met huijs en betimmering ende betelingen gelegen op ’t schoor, ten oosten weer lants van Jacob Aerts ende ten westen Thonis Leenderts weduwe en kinderen, o.a. nog land in ’t Wael onder Langerak, ook genoemd Hendrick Morssen weer etc. Hieronder de merken van Claes Adriaens Maet, Cornelis Adriaens Maet en Bastiaen Corss.

ORA Langerak, deel 26, f. 34v., d.d. 25-08-1653: verloting. Op huijden de XXV augustus anno XVK drie en vijftich soo hebben ende bekennen Cornelis Wouters, Claes Ariens Maet, als man ende voocht van Dircken Wouters, Cornelis Adriaensz. Maet, als man ende voocht van Mrritgen Wouters ende in dier qualiteijt elck voor haer selven ende Bastiaen Corss, als vader ende van wegen sijne weeskinderen geprocreert bij Anna Wouters met den anderen geloot ende gegront cavelt te hebben met consent van Marten Pietersz. gesub. schout ten overstaen van de selven ende Bastiaen Thonis, Thonis Corss Smith, schepen der vrije heerlijkheit van Langerak. Alle alsulcke landerijen, betimmeringen ende betelingen, dien annecx als Wouter Leendertsz. haerluijden vader, schoonvader ende grootvader respective ende desselfs huijsvrou hebbende naegelaten, altesamen gelegen inder Vrije Heerlijkheid van Langerak in deze nagenoemde weeren ende dit indier voegen ende oock onder de conditien hier nae volgende te weten dat de voorn. Cornelis Woutersz., Claes ende Cornelis Adriaensz. Maet stuk land 7 morgen 3 hond met huijs ende betimmeringe ende betelinge gelegen op ’t schoor, ten oosten sweerlants van Jacob Aerts, ten westen Thonis Leenderts weduwe ende kinderen, o.a. nog land in ’t Wael onder Langerak, ook genoemd Hendrick Morssen weer, etc.

4684 Corstiaen Thonisz., overl. voor 06-05-1661 te Langerak, schepen aldaar (1628, 1629, 1634, 1636, 1640, 1643, gecommitteerde van het volle gerecht (1637).

4685 Maertgen Diricksdr.

RA Langerak, no. 25, f. 81, d.d. 12-11-1619: Cors Thonis, Willem Jacobs als man ende voogd van Geertge Thonis, Jan Cornelis, als man ende voogd van Weijntge Thonis, Cornelis Peters, als man ende voogd van Maritge Thonis, Waentge Thonis, huisvrouw van Thonis Dircks, etc. mitsgaders Aelt Aerts, man ende voogd van Eechte Thonis, alle kinderen en erfgenamen van Anthonis Willems.

Weeskamerarchief Langerak, inv. nr. 2, f. 51, d.d. 08-06-1628: Gerrit Thonisz. Boon (= jongste zoon van Thonis Dircsz. Boon en Swaertgen Thonisdr.) bedankt zijn bloedvoogden Dirck Claesz. en Corstiaen Thonisz. voor hun voogdij nu hijzelf mondig is geworden.

Weeskamerarchief Langerak, deel 2, f. 52, d.d. 08-06-1628: Gerrit Thonisz. Boon, ruim 20 jaar, Dirck Claes, grootvader, en Corstiaen Thonis, zijn bloedvoogden; Dirck Thonis Boon als vader, ter eenre ende Thonis Willemse en Joost Thonis, grootvader en oom van ’t nagelaten weeskint van Aeltgen Thonisse, genaamd Thonis Dircksz.

RA Langerak, no. 20, f. 171, d.d. 27-06-1628: Compareerden Cornelis Cornelisz. als man en voocht van Echtgen Thonisdr., Jan Jacobs Vuijrens als man en voocht van Cuijntgen Thonis ende Pieter Claes als man en voocht van Aeltgen Thonis  (noch doorgeh. Dirck Thonis voor hemselve), Gerrit Thonis nu bejaart zijnde, transporteren aen Corstiaen Thonisse, Jan Cornelis van Neerpelt, Cornelis Pieters ende Willem Jacobs gesamelick 6½ hont in een weer van 12 mergen onverdeelt inde oosterse helfte waar Cornelis Pieterse op wonende is, noch 1 hont in ’t kerkeweer, alles van Eechte Thonis zaliger haer overleden suster.

RA Langerak, no. 21, f. 7v., d.d. 27-04-1629: Geergen Thonis, weduwe van Willem Jacobs, en Jacob Willems voor hem selve en sich sterck makende voor Maritgen Willems sijn suster, Thonis Willems voor hemselve, ende Aert Pieters, als man ende voocht van Stijntgen Willems, Jacob Thonis bloetvoocht van Annitgen en Aeltgen nog onmondig, met consent vande schout van Streefkerck als mede voocht, aen Costiaen Thonis haere broeder ende oom. Ook nog aan Jan Cornelisse en Dirck Claesse.

RA Langerak, no. 21, f. 5v., d.d. 16-06-1629: voor Adriaen Bastiaens Alblas, schout, Corestiaen Thonis ende Cornelis Peters Croock, schepenen van Langerak, compareerden Willem Jansz. de Best; hij transporteert aen Adriaen Cornelis schoonmaker, wonende tot Nieupoort, landeke buijtendijcks, belent ten oosten Melchior Cornelis Paep ende ten westen Claes Cornelis c.s.

RA Langerak, no. 26, f. 77, d.d. 06-05-1661: Dirck Corss, Thonis Corss Smit, Huybert Corss, Cornelis Sanders, als man en voogd van Anna Corss, alle erfgenamen van Corstiaen Thonis ende Maertgen Dirricks. Looting.

4686 Herbert Adriaensz. (Smit), geb. ca. 1567, overl. na juni 1650 te Langerak, meer dan 40 jaar schepen van Langerak (1637), tr. voor 23-12-1605 met

4687 Adriaentgen Bastiaensdr., overl. na 26-03-1657 te Langerak, d.v. Bastiaen Jansz. en Sijchen (Lucia) Dirricx.

RA Langerak, no. 20, f. 29, d.d. 23-12-1605: Bastiaen Bastiaensz., voor hemselve, geassisteert met Pieter Aelberts zijn schoonvader (=stiefvader), ende Sijchgen Dirricks sijn moeder, Herbert Adrianesz. als man ende voocht van Adriaentgen Bastiaens, Anthonis Adriaensz. van Abeel ende voorz. Bastiaen Bastiaensz. als voogden van het nagelaten weeskind van Jan Bastiaensz., Bastiaen Jansz. genaempt, Joost Jansz. als sijnde selfss man en voogd voor hem zelve zich sterkmakende voor Ghijsbert Jansz, zijn broeder nog onmondig Pieter Bastiaensz. ende Goossen Gerrits zijn voogden, transporteren aen Hendrichgen Cornelis, weduwe van Corss Bastiaens als hare weeskinderen 8½ hont in 2 weren, het ene groot 7 morgen 1 hont en ’t ander 6 morgen, geassisteert met Daniel Bastiaense, erfgenamen van Hendricksken Corsz.

RA Langerak, no. 25, f. 37, d.d. 1616: Bastiaen Bastiaensz., Herber Adriaensz., Abraham (Thonisz.) van Abeel, als omen van het weeskind Bastiaen Jans, nagelaten door Jan Bastiaensz. en Hester Thonis (van Abeel), beide overleden. Grootvader is Bastiaen Jans, nog 2 omen Dirk en Fop Bastiaense, de andere grootvader is Anthonis van Abeel.

RA Langerak, no. 25, f. 71, d.d. 04-11-1618: Herber Adriaens ter eenre ende Jan Jan Beernts als man ende voogd van Aertge Adriaens, geloot. Alsulcke 13 mergen in een weer van 15 mergen, genaampt Griete Burgersweer. Herber Adriaens krijgt d’oostzijde en moet uitpad geven, Jan Jan Beerents krijgt de westzijde.

RA Langerak, no. 20, f. 142, d.d. 27-05-1623: Herbert Adriaens, man ende voogcht van Adriaentge Bastiaens, transporteert aen Merten Pieters 2½ mergen, belent ten oosten Thonis Lenaerts ende ten westen Jan Wouters. Idem aan Bastiaen Bastiaens.

Weeskamerarchief Langerak, no. 2, f. 43, d.d. 1624?: Bastiaen Bastiaense, geassisteert met Herber Adriaense en Meerten Pieters ter eenre, Andries Bastiaense Alblas en Adriaen Bastiaense Alblas en Bastiaen Thonis als behoude omen van de nagelaten weeskinderen van zaliger Lijsje Theunis, huisvrouw van Bastiaen Bastiaense; Thonis 16, Jan 11, Neeltje 9 en Bastiaen 7 jaar.

RA Langerak,no. 25, f. 117, d.d. 1625: Bastiaen Bastiaens, Herber Adriaens als man en voogd van Adriaentge Bastiaens, Merten Pieters voor hem selve en hen sterckmakende voor Aelbert Pieters sijnen broeder, alle als kinderen en erfgenamen van Sijchen Dirricx haer moeder. Jan Adriaens, wonende op Achthoven, Maeijcke Pieters, weduwer van Andries Jans van der Meij saliger.

RA Langerak no. 21, f. 5, d.d. 26-06-1629: Jan Jansz. alias Jan Jan Barentsz., Herber Adriaens, Aert Thonis als man en voocht van Beertgen Bruijnen, Thonis Harmens als man en voocht van Joosken Bruijnen, Aertgen Bruijnen, weduwe van Frans Gerrits geassisteert met Aert Thonis, hare schoonbroeder, Dirrick Harmens als man en voocht van Hillitgen Gijsberts, Cornelis Bastiaensz. van Neck ende Jan Claes, transporteren aen Willem Aerts, coopman en wonende tot Nieuwpoort, 4 mergen 5 1/2 hont etc., belend westwaerts Huijbert Thonis, etc. Slaepwurf.

RA Langerak, no. 21, f. 4, d.d. 01-06-1629: Jan Jansz., wonende tot Jaersvelt, als man ende voocht van Adriaentgen Pieters, transporteert aen Jan Thonis Boon, een hofstede van 8 mergen 2 hont geneampt Pieter Bastiaens hofstede, belent ten oosten Jan Joostens ende ten westen Herber Adriaens.

RA Langerak, no. 28 (Protocol van testamenten 1614-1673); d.d. 17-02-1634: Bastiaen Bastiaens, ziek. Thonis Bastiaens is outste soon, die krijgt 4 mergen leenland van Brederode, ooms en voogden over de andere kinderen zijn Herbert Adriaens (Smit x Adriaentgen Bastiaens), Merten Pieters (hoe?) en Bastiaen Thonis (swager van Lijsgen Thonis, 1e vrouw van Bastiaen Bastiaens).

RA Langerak, no. 21, f. 60v.,  d.d. 11-05-1638: Compareerde Cornelis Bastiaens Neck, wonende te Ameide, transporteert aan Herber Adriaensz. de helft en aen Aertgen Aelberts, weduwe van Jan Joosten en haere kinderen voor de andere helft van 9½ (?) mergen naest Langensteijn uit de erfenis van Cornelis Jan Dirricxsse d.d. 13-09-1637.

RA Langerak, no. 21, f. 61v., d.d. 11-05-1638: Herber Adriaens, voor hemselve, Thonis Hermense, als man ende voocht van Aertgen Bruijnen ende Pieter Jans als last hebbende en sich sterck makende voor Aertge Adriaens sijnen moeder, transporteren aen Adriaen Aerts 9½ mergen 1¾ hont in een weer van 11 mergen, genaempt :Hangh Camtgensweer”, strekkende tot Noordeloos, belent ten oosten Jan Wouters ende ten westen Adriaen Philips.

RA Langerak, no. 25, f. 157, d.d. 13-08-1637: Herbert Adriaensz. (Smit), inwoner van Langerak, oud ontrent 70 jaeren ende over de 40 jaeren als schepen gedient.

RA Langerak, f. 117, 1625: Bastiaen Bastiaensz, Herber Adriaens als man en voogd van Adriaentje Bastiaens, Merten Pieters voor hem zelve als hen sterkmakende voor Aelbert Pieters sijnen broeder, alle als kinderen en erfgenamen van Sijchen (ook: Lucia) Dirricx haer moeder. Jan Adriaens, wonende te Achthoven, Maeijcke Pieters, weduwe van Andries Jans van der Meij zalgr.

RA Langerak, no. 25, f. 265, d.d. 24-02-1649: Herbert Adriaensz. (Smit), getrouwd met Adriaentgen Bastiaens, verklaring. Adriaen Herberts, Bastiaen Herberts, Joost Herberts, Adriaen Cornelis Decker, als man en voogd van Eva Herberts, Thonis Corsz., man en voogd van Adriaentgen Herberts, alle kinderen van voornoemd echtpaar.

4718 Anthonis Aertsz. Corevaar, overl. tussen 12-02- en 01-10-1651 te Groot-Ammers; hij tr. 1^e (otr. 17-12-1639 te Goudriaan) met Janneke Pietersdr., j.d. uijt Goudriaen (1639), overl. voor 1643.

4719 Niesje Dircks, overl. na 04-04-1662.

genoemde acte is van 27-05-1654! (i.p.v. 1754).

RA Langerak, no. 26, f. 13v., d.d. 15-07-1650: Adriaentgen Huijgens, weduwe van Jan Sijmons, en als voochden haer broers Dirrick en Jacob Huijgens, Cornelis Cornelis de Groot, schoonzoon van Dirrick Claesse en Niesse Dircks zijn huisvrouws zuster en hare weeskinderen Trijntgen Cleas, dochter van Claes Claesse, Cornelis en Claes Jans Stout en Reijer Jacobs als kinderen van Adriaentgen Claesse, Adriaen Jans Noomen en Aert Willems, Jan Wouters als gehuwd hebbende de dochters van Maritgen Claes ter andere zijde en Jan Pieters Houmes uijt Polsbroeck, weduwnaar nu Trijntgen Jans, ter andere etc.

RA Langerak, nr. 22, f. 18, d.d. 02-06-1651 (H.M. Kuypers): Niesgen Dircx, weduwe van Thonis Aertsz. Corevaer, mede als voochdesse van haer kinderen, geassisteert met haer gecoren voochden Mathijs Jansz. de Jongh ende Cornelis Cornelisz. de Groot, als man ende voogd van Annitgen Dircx, kinderen van Dirck Claesse zaliger, geassisteert met Mathijs Jans de Jongh, en oock dat het bij Dirck Claesz. zalgr. bij sijn leven is vercocht, transporteert aen Ds. Reijnierus Halma, predicant, 14h. land in een weer van 10m. gen. “Backershouck” effen beneden de Wael.

RA Langerak, nr. 22, f. 24, d.d. 01-10-1651 (H.M. Kuypers): Cornelis Cornelisz. de Groot en Niesgen Dircx, weduwe van Thonis Aertsz. Corevaer, en haer kinderen, transporteren aen Adriaen Jansz. Nomen 1m. ½h. lant, gelegen in een weer van outs genaempt “Segersweer”, belast met een rente, waarvan een deel gedragen moet worden door Mathijs Jansz. en Wonnitgen Jans.

Op de stemlijst van 04-04-1662 in Graefflant: de wed. van Tuenis Aertsz., met Leendert Aertsz. en Ocker Aertsz.

Stadsarchief Dordrecht, 200e penning van de Alblasserwaard over 1667 (OV dec. 1996, blz. 708-728), wordt te “Ammers” (blz. 709) genoemd: de weduwe van Tonis Aertsz. Corevaer met haer kinderen 12 pond en 10 stuijvers.

4732 Cornelis Leendertse Stolckenaer, overl. tussen 29-04-1632 en 07-12-1634 te Meerkerk, wonende te Meerkerksbroek (1611), leenman (1605-1635), ttr.

4733 Dirckje Ghijsbertsdr., overl. tussen 08-03-1638 en 01-07-1659 te Meerkerk, wordt genoemd op een lidmatenlijst te Meerkerk “Dirckje Gijsberts, weduwe van Cornelis Leenaertsz. Stolkenaer”, treedt nog op als doopgetuige bij kinderen van haar zoon Leendert d.d. 04.12.1636 en 08.03.1638.

ORA Ameide nr. 31, f. 44, d.d. 06-08-1599: Bernet Jan Bernetsz. voor zichzelf en pp. voor zijn mede-erfgenamen van Willemken Jans zijn zuster, Cornelis Lenaersz. Stolckenaer voor zichzelve en Adriaen Govertsz. als man en voogd van Marichgen Lenaerts Stolckenaersdr., als erfgenamen van Neelken, nagelaten weestkind van Jan Jan Corstensz., transporteren aan Jan Hendricksz. de Best de helft van 2 morgen land in Ameide.

RA Meerkerk, no. 2, d.d. 02-11-1611: compareert Philips Aderiaense, timmerman, ende heeft opgedragen aen Jan Philips, zijnen soon, seeckere hoffstede ende 13 mergen lants gelegen op Broeck, genaempt den Dool. Daar boven oostwaerts Cornelis Leendertse Stolckenaer ende westwaerts Jan Reijndersse Verhoeff met sijn consoorten naest gelandt ende geerft leggen. Beloovende hem tselve teijnden fl. 600,- hoftsoms die de pastorije tot Vianen daer op spreckende heeft te vrijen.

Leenhoven van de Heren van Vianen (OV nov. 1985); leengoed: 6 m. land op Middelbroek, strekkend van de halve Broekse dijk tot de halve Broekse wetering (Meerkerk): op 27-12-1605: Cornelis Leendertsz. bij overdracht door Melchior Gerardsz. voor Rudolf van Arkel, drost van het land van Arkel, voor Katelijne Nikolaasd. te Gorinchem, 26 fo. 178-179v. Op 9-4-1635 gaat dit leen over op Reiner Verhoef Adriaansz. voor zijn huwelijk met Iefge Cornelis bij overdracht door Cornelis Leendertsz., haar vader, bevestigd door Nijs Cornelisz. Stolkenaar, diens zoon, 28 fo. 63v-64.

ORA Meerkerk, inv. nr. 2, d.d. 02-11-1611: Jan Philipsz. de Ridder, wonende alhier, uit crachte van 2 coopcedullen 01-04-1611, waaruit blijkt dat Aert Adriaensz. den Haen, wonende in Nieuwlekkerland, gekocht heeft bij openbare verkoping in presentie van de schout en heemraden van Streefkerk, een weer genaamd ‘Goeijers weer’, groot 5 morgen en ¼ hont gelegen tot Streefkerk en nog 3 morgen 4½ hont zijnde de helft van een weer genaamd ‘de Drie Viertel’, mede gelegen op Streefkerk. Comparant stelt daarvoor als waarborg een huis en hofstede in Meerkerkerbroek, groot 7 morgen en genaamd ‘den Doel’, waar comparant op woont, boven oostwaarts Cornelis Leendertsz. Stolckenaer en voorn. comparant, strekkende van de halve dwarssloot van Adriaen Govertsz. tot de opslag van de Noordseweg.

ORA Meerkerk, inv. nr. 2, d.d. 01-04-1615: Jan Philips de Ridder transporteert aan de pastorie van Meerkerk een huis en hofstad met land daarachter groot 13 morgen, genaamd ‘den Doell'( = de Dool), boven Cornelis Leendersz. Stolckenaer en beneden westwaarts Jan Ryndersz. Verhoeff, strekkende van de opslag van de Noordseweg tot de halve dwarssloot van Adriaen Govertsz. Verhoeff. Voor beter dan 1000 car. guldens, die ene Schay daarop sprekenede heeft. Koper retourneert goed in eeuwige erfpacht.

– Is hij een zoon van Lenaert Cornelisz. Stolckenaer, schepen van Noordeloos 1566-1570, 1572-1575? –

Scroll naar boven